02 JUN (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 2 hebben de test van 02-06-2025 zo ingevuld:
Je ........ je op het parkeerdak.
bevind bevindt
Het woord 'bevindt' hoort bij de hoofdpersoon van de zin (het eerste 'je'). Je kunt het eerste 'je' vervangen door 'jij'. Net als bij 'jij loopt' wordt hier een t achter de ik-vorm gezet, waardoor dit woord eindigt op dt.
Het woord 'je' dat achter het werkwoord staat is niet de hoofdpersoon (je kunt daar geen 'jij' van maken).
Zie ook de pagina d of dt.
Als een paard schrikt, ........ het weleens.
steigerd steigert stijgerd stijgert
'Stijgen' is met een lange ij, maar 'steigeren' is met korte ei. Het woord 'steigert' hoort bij de hoofdpersoon in het tweede deel van de zin (het). Net als bij 'ik til, hij tilt' komt er een t aan het eind.
Zie ook de pagina leiden, lijden.
Dit ........ lacht tegen iedereen.
babietje babytje baby'tje baby-tje
Het verkleinwoord 'baby'tje' wordt met een apostrof geschreven.
Zie ook de pagina autootje en cd'tje.
Mijn moeder vond het een duur cadeau. Heb je ........ moeder al verteld wat het kost?
jou jouw
Het woord 'jouw' hoort in dit geval bij 'moeder'. Het is een bezittelijk voornaamwoord, vergelijkbaar met 'mijn'.
Zie ook de pagina jou of jouw.