02 APR (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 1F hebben de test van 02-04-2024 zo ingevuld:
Wij zijn lopend naar huis ........ .
gegaan
gaan
gegongen
gegangen
Het woord 'gegaan' is het voltooid deelwoord van 'gaan'.
Zie ook de pagina sterke werkwoorden.
Heb je al gevoeld hoe mijn voorhoofd ........ ?
gloeit
gloeid
gloeidt
Het woord 'gloeit' hoort bij de hoofdpersoon van het tweede deel van de zin (mijn voorhoofd). Het woord 'gloeien' wordt vervoegd zoals 'ik til, hij tilt'.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.
De buren hebben een baby gekregen: een ........ meisje.
lieve
liefe lief
Bij een het-woord schrijf je een e aan het eind van het bijvoeglijk naamwoord (het lieve meisje), maar die e verdwijnt als er 'een' voor staat: een lief meisje.
Zie ook de pagina zwart of zwarte.
We stonden elke ochtend om tien uur klaar voor de ........ .
skitraining
ski training
ski + training = skitraining
Samenstellingen schrijf je aan elkaar vast. Geen spatie dus. Je mag wel een streepje gebruiken: ski-training
Zie ook de pagina rodewijnglazen.