MOB-versie | Naar grote versie





tijdfouten

Zinnen met 'nadat'

Eerst even twee voorbeeldzinnen. Welke is beter?

  • Ik voelde me veel beter nadat ik het pilletje nam.
  • Ik voelde me veel beter nadat ik het pilletje had genomen.

De tweede zin is beter. Het woord 'nadat' beschrijft altijd iets wat voltooid is. Immers: er gebeurde iets 'na dat' er iets anders was gebeurd. Een paar voorbeelden:

  • Goed: nadat we waren ingestapt ging de trein rijden.
    Fout (minder goed): nadat we instapten ging de trein rijden. 
     
  • Goed: we zijn verhuisd nadat we ons negende kind gekregen hadden.
    Fout (minder goed): we zijn verhuisd nadat we ons negende kind kregen.
     
  • Goed: nadat de stemmen waren geteld, werd de uitslag bekendgemaakt.
    Fout (minder goed): nadat de stemmen werden geteld, werd de uitslag bekendgemaakt.

Zie ook Onze Taal.

 

 

Blijf bij de tijd: verleden of tegenwoordige tijd

Als een zin uit meerdere delen bestaat, moeten de tijden in die zin met elkaar overeenstemmen. Onderaan deze pagina wordt uitgelegd welke acht tijden in het Nederlands bestaan. 

  • Als het ene zinsdeel in een verleden tijd staat (o.v.t., o.v.tk.t., v.v.t. of v.v.tk.t.), moet het andere zinsdeel ook in een verleden tijd staan.
  • Als het ene zinsdeel niet in een verleden tijd staat (dus juist in de o.t.t., o.tk.t., v.t.t. of v.tk.t.), mag het andere zinsdeel ook niet in een verleden tijd staan.

Bijvoorbeeld:

  • Wat zou jij doen als je honderd euro vond? (o.v.tk.t - o.v.t.)
    Wat zul jij doen als je honderd euro vindt? (o.tk.t - o.t.t.)
    Wat doe je als je honderd euro vindt? (o.t.t. - o.t.t.)
    Fout: wat zou jij doen als je honderd euro vindt? (o.v.tk.t - o.t.t)

Uitzondering

Soms is een zin samengesteld uit twee delen waarvan het ene deel echt verleden tijd is en het andere deel niet specifiek verleden tijd is. Bijvoorbeeld:

  • Jan hoorde gisteren voor het eerst dat Anneke zijn nichtje is.
    Anneke is (nog steeds) het nichtje van Jan. Jan hoorde dat gisteren voor het eerst.
    Als er 'was' staat, is Anneke nu misschien overleden.
     
  • In zijn toespraak wees de minister erop dat ons land moet meegroeien met Europa.
    Die toespraak heeft al plaatsgevonden, maar het land moet nog steeds meegroeien.
    Als er 'moest' staat, heeft de minister misschien gesproken over een situatie in het verleden.

  

Vaktermen

Hoewel deze website alles graag uitlegt met zo weinig mogelijk vaktermen, noemen we voor de fijnproevers soms even een begrip van de schoolmethode.

 

We hebben in het Nederlands vier onvoltooide en vier voltooide tijden:

 

VIER KEER ONVOLTOOID

De vier zinnen hieronder zijn 'onvoltooid', omdat de zin iets beschrijft wat nog gaande is of was op het moment dat beschreven wordt.

Jan praat.
(is aan het praten)
O.T.T. onvoltooid tegenwoordige tijd
Jan praatte.
(was aan het praten)
O.V.T. onvoltooid verleden tijd
Jan zal praten.
(als hij daar zin in zal hebben)
O.Tk.T. onvoltooid toekomende tijd
Jan zou praten.
(als hij daar zin in zou hebben)
O.V.Tk.T. onvoltooid verleden toekomende tijd

 

VIER KEER VOLTOOID

De vier zinnen hieronder heten 'voltooid', omdat er iets achter de rug is. In deze voorbeelden is het praten achter de rug op het moment dat beschreven wordt. In alle gevallen zit er een voltooid deelwoord in de zin.

Jan heeft gepraat.
(zojuist)
 V.T.T. voltooid tegenwoordige tijd

Jan had gepraat.

(volgens het verhaal van de leraar)

 V.V.T. voltooid verleden tijd

Jan zal hebben gepraat.

(als hem lastige vragen zijn gesteld)

 V.Tk.T. voltooid toekomende tijd 

Jan zou hebben gepraat.

(als hem lastige vragen zouden zijn gesteld)

 V.V.Tk.T. voltooid verleden toekomende tijd

 

Een voltooid deelwoord betekent niet altijd dat de zin in een voltooide tijd staat. Je gebruikt het voltooid deelwoord bijvoorbeeld ook in passieve of lijdende vorm:

  • Er worden verhalen verteld. (O.T.T.)
  • De hekken werden geopend.  (O.V.T.)
  • De werknemer wordt ontslagen.  (O.T.T.) 

De voltooide versie van bovenstaande zinnen is:

  • Er zijn verhalen verteld. (V.T.T.)
  • De hekken waren geopend. (V.V.T.)
  • De werknemer is ontslagen. (V.T.T.) 

  






Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen  Beter Rekenen  NU Beter Engels  NU Beter Duits  NU Beter Frans  NU Beter Spaans  Beter Bijbel  Beter Afrikaans  Plus-Taaltest  

Martin van Toll Producties
in samenwerking met
Noordhoff Uitgevers