in samenwerking met 
Noordhoff

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Twijfelwoorden | beide(n), alle(n)

Beide, alle, sommige, andere, enkele, vele, menige, enige.

Deze woorden kunnen op verschillende manieren gebruikt worden. In sommige gevallen krijgt zo'n woord een n aan het eind. Maar heel vaak niet.

 

Let op! Voor de woorden 'alle(n)' en 'beide(n)' gelden andere regels dan voor andere woorden, zoals 'sommige', 'andere', 'enkele', 'vele', 'meeste(n)'.

 

 

In combinatie met een zelfstandig naamwoord: geen n

De woorden krijgen géén n aan het eind als ze bij een zelfstandig naamwoord horen. Het maakt daarbij niet uit of je over mensen of dingen schrijft:

  • Je moet beide handen aan het stuur houden.
  • Beide opa's komen trouw op mijn verjaardag.
  • Je moet alle zinnen met een hoofdletter laten beginnen.
  • Op de vergadering komen alle docenten bijeen.
  • Leuk dat sommige planten met de zon meedraaien. 
  • Tussen de middag blijven sommige kinderen op school.
  • Verkopen ze hier ook andere kranten?
  • Er komen andere mensen naast ons wonen.
  • We hebben nog enkele plaatsen beschikbaar.
  • Enkele buurtbewoners hebben vragen gesteld.
  • Door de vele fouten kreeg hij een onvoldoende.
  • De vele bezoekers waren enthousiast. 
  • Veel / vele bezoekers waren enthousiast. (onbepaald, geen lidwoord ervoor)

 

Zelfstandig gebruikt: alle(n) en beide(n) soms een -n

 

Je schrijft 'alle' en 'beide' (zonder n) als het woord zelfstandig gebruikt wordt en niet op personen slaat:

  • Schrijf tien zinnen. Ze moeten alle met een hoofdletter beginnen.
  • Denk aan je handen: je moet ze beide aan het stuur houden.

Je schrijft 'allen' en 'beiden' (met n) als het woord zelfstandig wordt gebruikt en slaat op personen die eerder worden genoemd:

  • Wij hebben tien docenten. Op de vergadering komen ze allen bijeen.
  • Ik heb twee opa's. Beiden komen trouw op mijn verjaardag.

Je schrijft 'allen' (met n) als het woord zelfstandig wordt gebruikt en iedereen betekent:

  • Wij richten onze oproep aan allen.

 

Zelfstandig gebruikt: sommige(n), andere(n), enkele(n), vele(n), meeste(n), menige(n), enige(n) soms een n

Voor woorden als 'sommige, andere, enkele, vele' geldt ongeveer dezelfde regel als voor 'alle'.

Je schrijft deze woorden zonder n als ze zelfstandig gebruikt worden en niet op personen slaan:

  • Ik vind van planten leuk dat sommige met de zon meedraaien. 
  • Ik krijg steeds dezelfde krant. Verkopen ze hier ook andere?
  • Hij treedt onder andere op in Parijs en Brussel.
  • U wilt plaatsen bespreken? We hebben er nog enkele beschikbaar.
  • Hij had dertig fouten. Vele waren ontstaan door slordigheid.

Je schrijft deze woorden met n als ze zelfstandig gebruikt worden en op personen in het algemeen slaan:

  • Tussen de middag blijven sommigen op school. (= sommige van alle mensen)
  • Er komen anderen naast ons wonen. (= andere mensen)
  • Op de receptie verschenen onder anderen de ouders en kinderen van de jubilaris.
  • Enkelen hebben vragen gesteld. (= enkele mensen)
  • Velen waren enthousiast. (= vele mensen in het algemeen)

Maar nu een paar lastige gevallen (met dank aan de Taaladviesdienst). 

Onderstaande regelmaat geldt niet voor 'alle' of 'beide', maar wel voor woorden als 'vele', 'sommige', 'enkele', 'weinige' en allerlei overtreffende trappen.

 

Soms lijkt het alsof achter deze woorden een zelfstandig naamwoord is weggelaten dat eerder al genoemd werd, in dezelfde of voorafgaande zin. Je kunt dat woord op die plaats invoegen zonder dat de betekenis van de zin verandert. Ze krijgen dan geen n:

  • Wij hebben honderd leerlingen. Sommige lunchen op school.
    (Achter 'sommige' kun je gewoon 'leerlingen' invullen: sommige leerlingen lunchen op school.)
  • Dertig kandidaten deden examen. Slechts enkele zijn geslaagd.
    (Achter 'enkele' kun je 'kandidaten' invullen: slechts enkele kandidaten zijn geslaagd.)
  • Sommige Kamerleden willen ooit minister worden. Vele blijven liever Kamerlid.
    (Achter 'vele' kun je 'Kamerleden' invullen: vele Kamerleden blijven liever Kamerlid.)

Dit geldt ook voor vergrotende en overtreffende trappen, zoals meeste(n) en grootste(n):

  • De koorleden zijn niet allemaal even lang. De grotere staan achteraan.
    (Achter 'grotere' kun je 'koorleden' invullen: de grotere koorleden staan achteraan.)
  • Tandartsen mogen zelf hun tarief bepalen. De meeste hebben hun tarieven verhoogd.
    (Achter 'meeste' kun je 'tandartsen' invullen: de meeste tandartsen hebben hun tarieven verhoogd.)

Nogmaals: voor 'beide(n)' en 'alle(n)' gelden andere regels dan voor al die andere woorden.

Bovenstaande voorbeelden zien er met 'alle(n)' en 'beide(n)' zo uit:

  • Wij hebben honderd leerlingen. Allen lunchen op school. 
  • Twee kandidaten deden examen. Beiden zijn geslaagd.
  • De partij had tien Kamerleden. Allen blijven Kamerlid.





Noordhoff Uitgevers


  

Beter Spellen  Beter Rekenen  NU Beter Engels  NU Beter Duits  NU Beter Frans  NU Beter Spaans  Beter Bijbel  Beter Afrikaans  Plus-Taaltest  

© 2010 - Beter Spellen is een initiatief van

 Martin van Toll Producties