|
|
83813 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
|||
Dit deel van de website besteedt aandacht aan twijfelwoorden. Daarmee bedoelen we woorden (geen werkwoorden) die op elkaar lijken en nogal eens met elkaar worden verward. Het is bij de meeste twijfelwoorden geen kwestie van spelfouten, maar van stijlfouten.
De kast en de tafel staan beide in de kamer.
Jan en Kees zitten beiden in de tuin.
Kees is groter dan Wim.
Ik loop even hard als jij.
Het is niets anders dan opletten.
Voor mensen die niet met Nederlands zijn opgegroeid, is dit een lastig onderwerp: lidwoorden.
De fiets, het huis, een auto
Wat is de grootte van die grote boot?
Een heel lekkere appel is erg lekker.
Een hele lekkere appel is in elk geval geen halve.
Hij heeft hen gezien.
Dat is hun tas.
De tas is van hen.
Hij geeft hun een tip.
Hij geeft aan hen een tip.
Hij heeft jou gezien.
Dat is jouw tas.
De tas is van jou.
Ik ken de tekst uit mijn hoofd.
Ik kan de tekst zo opzeggen.
We leggen de spullen op de trap.
De spullen liggen dus op de trap.
We eten in de tuin, mits het droog blijft.
We eten in de tuin, tenzij het gaat regenen.
Woensdag komt na dinsdag.
Wij gaan naar huis.
Onze auto staat bij ons huis.
Wilt u uw kind in bedwang houden?
Het huis dat ik wil kopen.
Alles wat ik gezegd heb.
De vrouw wie ik bloemen geef.
De vrouw die bloemen koopt.
De man wiens tas zoek was.
De vrouw wier tas zoek was.
De directie heeft haar besluit genomen.
De staat moet zijn verantwoordelijkheid nemen.
© 2010 - Beter Spellen is een initiatief van |