|
Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
|||
Dit deel van de website besteedt aandacht aan spatiegebruik. Wanneer schrijf je woorden los en wanneer aan elkaar vast?
Â
In het Nederlands worden samengestelde woorden aaneengeschreven. Geen spaties dus in 'rodewijnglazen' en 'publicrelationsafdeling', hoewel je in sommige gevallen wel een koppelteken mag gebruiken als dat de leesbaarheid bevordert.
Â
Samenstellingen met afkortingen en van afkortingen afgeleide woorden
Â
Er /Â hier /Â daar en een voorzetsel schrijf je aan elkaar.
Â
Vaak zie je de spaties op de verkeerde plaats staan. Fout is bijvoorbeeld: 'mag ik er vanuit gaan?'. Dit moet zijn: 'Mag ik ervan uitgaan?'.
Â
Iets is vlak bij iets anders. Of het is gewoon vlakbij.
Â
Je hebt te veel geld of je hebt een teveel.
Â
'Zondagen en feestdagen' kun je ook inkorten tot 'zon- en feestdagen'.
Â
Bepaalde vaste combinaties van woorden worden met koppeltekens bijeengehouden.
Â
Klinkerbotsing.
Â
Als je getallen in letters schrijft, hoe moet dat dan? Je schrijft alles aan elkaar, maar zet spaties na het woord 'duizend' en rondom de woorden 'miljoen' en 'miljard' .