Het werkwoord 'willen' is onregelmatig. Je schrijft: wil hij (zonder t).
Zie ook de pagina kunt, zult, wilt, hebt.

'Verhaaltje' is een het-woord: het verhaaltje.
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt geen e aan het eind als het voor een het-woord staat en 'het' is weggelaten of vervangen door 'een' of een onbepaald voornaamwoord.

In andere gevallen komt er wel een e aan het eind: het korte verhaaltje, een korte broek.
Zie ook de pagina zwart of zwarte.

De bezits-s aan het eind van 'Tsjechovs' wordt aan de naam vast geschreven.

Volgens de Spellingwijzer Onze Taal (2015) mag het ook met een apostrof, maar dat is niet volgens de officiële spellingregel.
Zie ook de pagina Henks, Anja's, Kees'.

Het juiste antwoord is 'uw', want het is een bezittelijk voornaamwoord, vergelijkbaar met 'mijn'. Je schrijft 'u' en 'uw' met een kleine letter, tenzij je God of de koning aanspreekt. Wij gaan ervan uit dat dit hier niet het geval is.
Zie ook de pagina u, uw, U of Uw.