Het werkwoord is baren, de ik-vorm is baar.
De verleden tijd is ik-vorm + de = baarde.
Zie ook de pagina verleden tijd.

Het klinkt een beetje als 'ir', maar je schrijft 'eer'.
Zie ook de pagina luisterwoorden.

Het hele werkwoord is 'liggen'. Je schrijft de ik-vorm + t. De ik-vorm van 'liggen' is 'lig': de sleutel ligt.
Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.

Woorden op 'loos' krijgen in de officiële spelling geen tussen-n, behalve als het eerste lid van het woord al noodzakelijkerwijs op een n eindigt (wezenloos, levenloos).
Zie ook de pagina panne(n)koek.