09 JUN (klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)
De deelnemers op niveau 2 hebben de test van 09-06-2025 zo ingevuld:
Wie ........ er meer dan 100 euro?
biet bied biedt
Het woord 'biedt' hoort bij de hoofdpersoon van de zin (wie). Net als bij 'wie loopt' wordt hier een t achter de ik-vorm gezet (bied + t), zodat dit woord eindigt op dt.
Zie ook de pagina d of dt.
In de tuinkamer staat een ........ schommelstoel.
rotannen rotanne rotan
Het woord 'rotan' is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord. Zulke woorden hebben bijna altijd 'en' aan het eind, maar bij sommige (vaak moderne) stoffen geldt die regel niet. Dit is zo'n geval.
Zie ook de pagina gouden, plastic.
Op elke sorbet staat een vrolijk ........ .
paraplu'tje parapluutje paraplutje
Het verkleinwoord 'parapluutje' wordt met een dubbele klinker geschreven, zodat de lange u-klank aan het eind van 'paraplu' behouden blijft. Het maakt voor deze regel niet uit op welke lettergreep de klemtoon ligt.
Zie ook de pagina autootje en cd'tje.
We voetballen tegen een team uit Amsterdam. Het gaat goed, want ........ staan twee doelpunten achter.
hen zij hun
Het enig juiste antwoord is 'zij staan'. De woorden 'hen' en 'hun' kunnen nooit de hoofdpersoon (onderwerp) van de zin zijn.
Zie ook de pagina hen of hun.